Waarom religie?

 

Deze tijd (2020) met een pandemie (Covid-19)waarvan het beloop volstrekt onbekend is drukt ons mensen met de neus op basale waarheden. De belangrijkste daarvan is dat wij en natuurverschijnsel zijn dat in voortdurende wisselwerking met de omgeving staat. Dit gegeven is lange tijd uit het oog verloren. Sterker nog: de natuurlijke omgeving werd beschouwd als een door een god gemaakt geheel dat ten dienste van de mensen staat. De mens werd beschouwd als het evenbeeld van zijn maker. Hij is het hoogste wat op de aardbol rondloopt. Al het andere staat ten dienste van hem. Binnen ons leefgebied (westelijk halfrond) is dit het adagium van vooral christelijk georiënteerde religies geweest. Dit alles was mede onderliggend aan aan allerlei, vooral economische, ontwikkelingen in samenlevingen die uiteindelijk ten koste bleken te gaan van de natuurlijke omgeving.

 

In de afgelopen eeuwen is een beeld van religie overheersend geweest waarbij een openbaring, invloed van buitenaf is verondersteld. Via heilige boeken, profetieën, dromen ‘openbaarde’ zich en goddelijk wezen met aanwijzingen voor mensen hoe te leven. De oorsprong van dit alles ligt vermoedelijk in de eerste duizenden jaren van de mensensoorten met een ontluikend bewustzijn. Zoals bij alle ons bekende natuurverschijnselen zijn de eerste mensen geconfronteerd geweest met allerlei onzekerheden, natuurverschijnselen, rampen, ziekten et cetera. Er is altijd getracht een patroon in die verschijnselen te zien: onder meer de zonnestand, het opvliegen van vogels, de sterren, geluiden, ingewanden van dieren. Sommige patronen bleken de aanleiding te zijn voor effectieve handelingen zoals het toepassen van kruiden, het vinden van schuilplaatsen en eetbaar voedsel. Maar het overgrote deel van wat er is bleef (en blijft nog steeds) een groot raadsel. Het vermoeden van een regisseur of regisseurs van buiten of van de invloed overleden soortgenoten en dergelijke was een stap verder. Dit alles voerde tot een geheel van handelingen in de vorm van allerlei rituelen om die regisseurs te beïnvloeden. In de geschiedenis van religies is een beloop te zien van het geloven in meerder regisseurs (goden, godjes, geesten) naar geloven in één regisseur. Aan deze regisseur werden allerlei kwaliteiten toegedicht die de aanleiding zijn geweest – en nog steeds zijn – voor allerlei conflicten, met name over de idee ‘wat de regisseur of de godheid nu eigenlijk gewild zou hebben’.

In de loop van de afgelopen eeuwen is het inzicht gegroeid dat religie en alles wat daarmee te maken heeft in wezen mensenwerk is. Immers alle ideeën over het bestaan, wat een schepper zou hebben gewild, over hoe samen te leven zijn afkomstig van mensen. Maar ook allerlei zogenaamde mystieke gevoelens, hevige emoties bij bepaalde ‘inzichten’ en dergelijke zijn verbonden met hoe wij in elkaar zitten: het zijn de ingewikkelde processen in onze hersenen die onderliggend zijn aan onze gedachten en gevoelens. Wanneer die hersenen door allerlei oorzaken kapot zijn (denk aan zaken als onder meer beschadiging bij operaties, dementie) zijn ook de gedachten en gevoelens geraakt.

Deze inzichten zijn een gevolg van ontwikkelingen in de wetenschap die in veel gevallen resulteerden in een andere opvatting over alles wat er is dan die religies gaven. Er is in de loop van de eeuwen altijd een spanningsveld geweest tussen wetenschap en religie. In tijden van samengaan van staatsmacht en religie was het vraagtekens zetten bij religieuze inzichten af en toe levensgevaarlijk. In deze tijd is wetenschap geaccepteerd maar de onzekerheden die ook wetenschap met zich meebrengt niet. De vroegere religieuze ‘reflexen’ lijken plaats te hebben gemaakt voor geloof in complotten, geheime machten, niet bewezen veronderstellingen en nog meer. Eigen aan ons mensen, als natuurverschijnselen met bewustzijn is dat wij onzekerheid niet kunnen aanvaarden en verdragen. Dit is nu (2020) merkbaar in allerlei reacties op de Covid-19-pandemie. Het lijkt er dus op dat waar religieuze patronen plaats hebben gemaakt voor patronen op grond van inzichten afkomstig van wetenschappelijk onderzoek dit niet gepaard is gegaan met vermeerdering van onzekerheidstolerantie bij mensen.

 

Onderliggend aan dit alles is het niet onderkennen dat mensen een toevallig natuurverschijnsel zijn naast andere – nu niet meer bestaande of nog bestaande – natuurverschijnselen. Het is bekend dat wanneer er ongeveer 60 miljoen jaar geleden geen komeet op de aarde gebotst was en de dinosauriërs waren gebleven er hoogstwaarschijnlijk nooit mensen zouden zijn geweest en er mogelijk ander natuurverschijnselen al of niet met bewustzijn waren ontstaan. Dit toevalskarakter van onze soort wordt mede ondersteund door toenemende kennis van de kosmos waarbinnen het inzicht bestaat dat er mogelijk miljoenen planeten zijn als de aarde. Wat voor evoluties hebben daar plaatsgevonden? Is daar ook een bepaalde vorm van bewustzijn? Deze speculaties leiden tot de gedachte dat ons bewustzijn met onze inzichten in onszelf en onze omgeving weleens begrensd kan zijn door de aard van ons bewustzijn. Immers die is voornamelijk ingekaderd in onze - fysiologische – opbouw die weer op een toeval berust. Onze kennis levert de kaders op waarmee we onszelf en onze omgeving in kaart brengen. Zouden andere vormen van bewustzijn dezelfde kaders gebruiken? Andere vormen van bewustzijn zouden heel andere patronen, samenhangen kunnen onderkennen die de mens niet kent en nooit kán kennen.

 

Dit alles voert tot onzekerheid en angst. Je zou kunnen zeggen dat net zoals en kind houvast zoekt bij een ouder in angstige omstandigheden, mensen dat doen bij onder meer religie. ‘Onder meer’ omdat ook andere overtuigingen, denkbeelden en dergelijke die functie hebben. Zo is er in onze tijd (2020) veel angst en onzekerheid naar aanleiding van de Covid-19 pandemie. De vele complottheorieën uitmondend in allerlei acties binnen de de sociale media en demonstraties, soms in bedreigingen en hevige tegenstellingen binnen families doen denken aan de (vroegere) conflicten tussen groepen mensen over verschillen in religieuze denkbeelden.

Het lijkt erop dat deze reflex een van de kenmerken van onze soort is. Ons bewustzijn kan gezien kan worden als een product van evolutie gericht op ‘conatus’. Dit laatste verwijst naar behouden van bestaan, van (zelf-)organisatie. Een van de manieren waarop dit gebeurt is het wegnemen van onvoorspelbaarheid, onzekerheid. Bepaalde op religie gestoelde opvattingen passen daarin.

 

Is hiermee religie bijgezet bij de relicten uit het verleden? Ik denk van niet. Wat ik wel vind is dat religie gezien moet worden als mensenwerk, niet als iets dat wordt aangestuurd door iets als een hogere macht van buiten. Wel dat de een levensovertuiging, of geloof iets is wat mensen hebben geconstrueerd of bedacht. Ook dat daar veel verschillende vormen van (kunnen) bestaan en dat dat steeds wordt aanvaard. Daar waar religie de fundamentele onzekerheid en onvoorspelbaarheid binnen het bestaan van onze soort onderkent en de diversiteit van levensbeschouwingen accepteert draagt zij bij aan die activiteiten van mensen die elkaars ongemak verminderen en, waar mogelijk, wegnemen.